NL
BE
37
L
G
R
De kabel moet van tijd tot tijd worden gecontroleerd
en mag alleen door erkende monteurs worden
vervangen (zie Service).
De fabrikant kan nergens aansprakelijk voor worden
gesteld als deze normen niet worden nageleefd.
Gasaansluiting
De aansluiting van het apparaat aan de gasbuizen
moet worden uitgevoerd zoals
voorgeschreven door de
geldende normen, en nadat
men er zeker van is dat het
fornuis is ingesteld voor het
type gas dat men gaat
gebruiken. In het omgekeerde
geval (voor België) gaat u
te werk zoals beschreven in de
paragraaf Aanpassing aan verschillende types gas.
Om het apparaat aan de gasbuizen aan te sluiten
(II2E+3+ voor Belgie en I2L voor Nederland), dient
men eerst de verbinder te monteren.R (Deze is op
aanvraag verkrijgbaar bij de technische-service-dienst
Ariston) Tevens dient men zijn pakking op de
verbinder G,die er uit ziet als een L , van de
voedings-struktuur te monteren. De verbinder is
gedraad: rond mannelijk 1/2 gas.
De aansluiting voert men uit met behulp van:
- een onbuigbare buis (voor Belgie volgens de
normen NBN D51-003)
- of met een flexibile buis van roestvrij staal die in de
muur zit en voortzet met bedradingsverbinder.
Daarbij dient het apparaat uitgerust te zijn van een
gaskraantje (voor Belgie A.G.B.) die gemakkelijk
draaibaar dient te zijn. Voor Nederland dient dit
gaskraantje aan de huidige Nationale Normen te
voldoen.
Aansluiting met onbuigzame buis (koper of staal)
De aansluiting aan de gasleiding moet zodanig
worden uitgevoerd dat het apparaat niet beweegt.
Op de voedingsstructuur van het apparaat bevindt
zich een L-vormig, richtbaar verbindingsstuk
waarvan de afdichting is verzekerd door een pakking.
Als het verbindingsstuk gedraaid moet worden is het
absoluut noodzakelijk de pakking te vervangen (bij het
apparaat geleverd). Het verbindingsstuk waardoor het
gas toegang krijgt tot het fornuis is voorzien van
schroefdraad: 1/2 gas cilindrische schroefbout.
Elektrische aansluiting
De kookplaten met driepolige voedingskabel werken
met de wisselstroom, spanning en frequentie die
aangegeven zijn op het typeplaatje (aan de onderkant
van de kookplaat). De aarding van de kabel wordt
aangegeven door de kleuren geel-groen. Als het
fornuis wordt geïnstalleerd boven een inbouwoven
moeten de elektrische aansluitingen van fornuis en
oven apart worden uitgevoerd, zowel voor
veiligheidsredenen als voor het eventueel makkelijker
verwijderen van de oven.
Het aansluiten van de voedingskabel aan het
elektrische net
Gebruik voor de voedingskabel een stekker die
genormaliseerd is voor de lading aangegeven op het
typeplaatje.
Wanneer het apparaat rechtstreeks op het net wordt
aangesloten moet u tussen het apparaat en het net
een meerpolige schakelaar aanbrengen met een
afstand tussen de contacten van minstens 3mm,
aangepast aan het elektrische vermogen en voldoend
aan de geldende normen (de aarding mag niet worden
onderbroken door de schakelaar). De voedingskabel
moet zodanig worden geplaatst dat hij nergens een
temperatuur bereikt van 50°C hoger dan de
kamertemperatuur.
De installateur is verantwoordelijk voor een correcte
elektrische aansluiting en het in acht nemen van de
veiligheidsnormen.
Voor het aansluiten moet u controleren dat:
het stopcontact geaard is en voldoet aan de
geldende normen;
het stopcontact in staat is het maximale vermogen
van het apparaat te dragen, zoals aangegeven op
het typeplaatje;
de spanning zich bevindt tussen de waarden die
staan aangegeven op het typeplaatje;
het stopcontact en de stekker overeenkomen. Als
dat niet zo is, dient u ofwel de stekker ofwel het
stopcontact te vervangen; gebruik geen
verlengsnoeren of dubbelstekkers.
Wanneer het apparaat geïnstalleerd is moeten het
snoer en het stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn.
De kabel mag niet worden gebogen of
samengedrukt.
Comments to this Manuals