54
NL
Praktische tips voor het gebruik van het
apparaat
! Gebruik pannen die gemaakt zijn van materiaal dat geschikt
is voor inductie (ferromagnetisch materiaal). Wij raden het
gebruik aan van pannen van: gietijzer, geëmailleerd staal of
speciaal inductie roestvrij staal. U kunt zelf testen of een pan
geschikt is door hem uit te proberen met een magneet.
*
GESCHIKTE MATERIALEN
ONGESCHIKTE MATERIALEN
Gietijzer
Ge‘mailleerd staal
Speciaal roestvrij staal
Koper,
Aluminium, Glas, Terracotta,
Aardewerk, Niet magnetisch roestvrij staal
Om optimale resultaten te bereiken met de kookplaat:
• Gebruik alleen pannen met een dikke, platte bodem zodat
ze perfect aansluiten op het verwarmingsvlak.
• Gebruik pannen die groot genoeg zijn om de kookplaat
geheel te bedekken zodat alle beschikbare hitte wordt
benut.
• Houd de bodem van de pannen altijd goed schoon en
droog zodat ze goed aansluiten op het kookvlak. Dit
verlengt de levensduur van zowel de pannen als het
kookvlak zelf.
• Vermijd dezelfde pannen te gebruiken die u ook op een
gasfornuis heeft gebruikt: de warmteconcentratie van
gasbranders kan de bodem van pannen vervormen,
waardoor ze niet goed meer aansluiten.
Veiligheidssystemen
Pannensensor
Ieder kookgedeelte is voorzien van een systeem dat
waarneemt of er een pan op staat. De plaat straalt alleen
warmte uit als er een pan van de juiste afmetingen op staat.
Het knipperende controlelampje kan betekenen:
• dat de pan niet geschikt is
• dat de pan een te kleine diameter heeft
• dat de pan niet goed aansluit
Aanwijzers van de resterende warmte
Ieder kookgedeelte is voorzien van een aanwijzer van
de resterende warmte. Deze aanwijzer geeft aan welke
kookzones nog heet zijn. Als het vermogensdisplay
toont dan is het kookgedeelte nog warm. Het is bijvoorbeeld
mogelijk een gerecht warm te houden of boter of chocolade
te laten smelten. Met het afkoelen van het kookgedeelte
zal het vermogensdisplay
tonen. Het display gaat uit
wanneer de kookzone voldoende is afgekoeld.
Oververhitting
In het geval van oververhitting van de elektronische
onderdelen gaat de kookplaat automatisch uit en verschijnt
op het display
F
gevolgd door een knipperend nummer.
Deze boodschap verdwijnt en u kunt de kookplaat weer
gebruiken zodra de temperatuur tot op een acceptabel
niveau is gezakt.
Veiligheidsschakelaar
Het apparaat beschikt over een veiligheidsschakelaar die
de kookgedeeltes automatisch uitschakelt als de tijdslimiet
voor een bepaald vermogensniveau is bereikt. Tijdens deze
veiligheidsonderbreking vertoont het display het cijfer “0”.
B.v.: de kookplaat rechtsachter staat op 5, terwijl de plaat
linksvoor op 2 staat. De plaat rechtsachter zal automatisch
na 5 uur uitgaan, de plaat linksvoor na 8 uur.
Geluidssignaal
Enkele storingen, zoals:
• een voorwerp (pan, bestek, enz.) dat meer dan 10
seconden op het bedieningspaneel ligt,
• gemors op het bedieningspaneel,
• een lange druk op een toets, kunnen een geluidssignaal
veroorzaken. Verwijder de oorzaak van de storing en het
geluidssignaal houdt op. Als de oorzaak van de storing
niet wordt verwijderd blijft het geluidssignaal gaan en
wordt het kookvlak uitgeschakeld.
Vermogensniveau
Begrenzing van de
werkingsduur in uren
19
28
37
46
55
64
73
82
91
Comments to this Manuals